Door: Meindert Inderwisch
Datum: 23 maart 2023

De noodzaak van contextuele therapie

“U hebt ongetwijfeld wel eens horen spreken over patiënten die het als individuele patiënt of als lid van een therapiegroep uitstekend doen (sic), maar in hun leven buiten de therapie niet veranderd zijn. Ze hebben misschien een prima relatie met de therapeut of zijn sleutelfiguren in een groep. Ze zijn heel openhartig, werken hard, stimuleren de interactie, maar passen in het dagelijks leven niet toe wat ze in de therapie leren. Met andere woorden, ze gebruiken de therapie als een substituut, en niet als een generale repetitie voor het leven.
Dit onderscheid speelt een rol in de beslissing of een therapie kan worden beëindigd. Wanneer een patiënt gedragsverandering binnen een therapie laat zien, is dat niet voldoende; hij moet deze verandering ook in zijn dagelijkse omgeving tentoonspreiden. In de laatste fasen van de therapie doe ik mijn uiterste best deze overdracht te laten plaatsvinden. Als ik dat nodig acht, zal ik mijn patiënt actief coachen om zijn nieuwe gedrag toe te passen in zijn werkomgeving, zijn sociale contacten en zijn familieleven.” (Yalom.2017)

Met name de laatste alinea van dit citaat benadrukt de noodzaak van contextuele therapie als belangrijke factor in het herstel van de patiënt. Yalom benoemt niet dat hij bij het ‘actief coachen’ van zijn patiënt ook de omgeving daarvan moet betrekken, maar het is hem volstrekt duidelijk dat de dynamiek van het systeem een cruciale rol speelt bij een kansrijkere terugkeer van de patiënt in een sociale context.